Navigatie:

De ene dreiging is de andere niet

Hoe komt het dat er in Malmö een jaarlang geschoten wordt op onschuldige burgers voor dat dit nieuws hier in de krant staat? Deze vraag intrigeert mij dusdanig dat ik op zoek ga naar een verklaring.

Het gebrek aan journalistieke belangstelling voor de schietpartijen is waarschijnlijk niet te wijten aan de afstand. Malmö is geografisch en cultureel geen 'ver van mijn bed show' . Wat in Malmö kan gebeuren kan evengoed plaatsvinden in Rotterdam of Maastricht. De vraag wat dan wel een verklaring kan zijn voor dit gebrek aan journalistieke belangstelling intrigeert mij.

Ik zoek daarom naar een andere verklaring. Kan het lage nieuwsgehalte van de schietincidenten misschien worden verklaard doordat het nieuws niet aansluit bij ons wereldbeeld? Ik leg uit wat ik bedoel. In ons collectieve bewustzijn zijn geweldplegers immers moslim. Waar geweld wordt gepleegd, dat dan trouwens terreur wordt genoemd en de daders terroristen, is sprake van moslims. Ik probeer mij voor te stellen hoe de schietincidenten in het gevaarlijk dichtbije Malmö in het nieuws zouden komen wanneer er sprake was van islamitische verdachten.

Ik vermoed dat dan na één beschieting het nieuws over de beschieting van een onschuldige burger al zou zijn gepromoveerd tot voorpaginanieuws in heel Europa. Ik vermoed dat terrorisme experts uit de hele wereld zich op de zaak zouden storten. Ik vermoed dat beelden van de straten van Malmö zo vaak zouden worden vertoond dat ze Europese bij iedere burger op het netvlies zouden staan. Ik vermoed dat interviews met 'onschuldige' burgers die lijden onder de angst van dreigend terrorisme ons aan de buis zouden nagelen. Ik vermoed dat iedereen met het 'uiterlijk van een moslim', waar dan ook ter wereld, verdacht zou zijn.

De reden dat ik dit stuk schrijf is bezorgdheid. Bezorgdheid over het feit dat de media door hun keuze van het nieuws, tegelijkertijd het nieuws bepalen. Meer specifiek maak ik mij zorgen over het feit dat Islamistisch geweld grotere nieuwswaarde lijkt te hebben dan niet aan de Islam gerelateerd geweld. De reden van mijn bezorgdheid is tweeledig. Ik vind dat de pers de taak heeft een genuanceerd beeld van de wereld te schetsen. Door exclusief het geweld te tonen dat door moslims wordt gepleegd wordt het beeld versterkt dat niet iedere moslim terrorist is, maar dan toch wel iedere terrorist moslim is. Dit beeld klopt sluit aan bij het 'collectieve bewustzijn', maar klopt niet. Het negeren van geweld door niet – moslims is daarom schadelijk voor moslims. Een tweede punt van zorg heeft hier direct mee te maken. In Malmö lijkt de dader zich te richten op emigranten, waaronder wellicht veel moslims. Het letterlijk onder vuur nemen van emigranten zou te maken kunnen hebben met de politieke verharding die in veel Europese landen kan worden waargenomen. Door geweld door moslims gepleegd grotere nieuwswaarde toe te kennen dan geweld door niet moslims wordt deze verharding gevoed. Ook dit verdient onze aandacht.

Een krant is er om nieuws te tonen en achtergronden uit te leggen. Waar de menselijke geest echter vooral gevoelig is voor informatie die aansluit bij het wereldbeeld, heeft de krant de mogelijkheid en naar mijn mening ook de taak, om ook actief nieuws te verspreiden dat dit wereldbeeld attaqueert. Een krant heeft daarmee de mogelijkheid het wereldbeeld van haar lezers te nuanceren. Natuurlijk begrijp ik dat een krant in bepaalde opzichten' ook maar een mens' is. Nieuws over islamterrorisme is nu eenmaal veel 'spannender' dan nieuws over een rond om zich heen schietende racist. Toch pleit ik ervoor de dreiging die aansluit bij de collectieve angst geen voorrang te geven op andere vormen van dreigend geweld. De ene dreiging is wat mij aangaat wel even belangrijk of onbelangrijk als de andere.

Margreet van Schie MA Vergelijkende godsdienstwetenschap christendom/islam en Wijsgerige  ethiek Universiteit  Leiden. Ik ben oprichter van het bureau Islam op de werkvloer dat lezingen en adviezen verzorgt ten behoeve van de integratie van hoog opgeleide allochtonen op de werkvloer.